dinsdag 14 januari 2014

En dan? Geen idee!

En dan?  Geen idee!
Ik heb werkelijk, net als jullie geen idee, maar als jullie dit lezen ben ik wel op weg het te gaan weten. Of op weg naar een nieuw raadsel?

Ik heb wel een theorie, voor degene die hier iets aan hebben. Ik denk dat je geboren wordt met een soort oerknal tijdens de geboorte. Je lichaampje is er al, groeit bij ma, maar de geest, ziel of weet ik veel hoe dat heet komt binnen zodra uit de frisse lucht binnenzuigt. Het allereerste wat je doet.
Zodra je sterft, gebeurt er hetzelfde. Tijdens je laatste adem, je ademt je eerste zijn al het ware weer uit. Ik denk dat deze zich dan in de vorm van een energiestroom in het heelal mengt. Waar deze stroom blijft? Geen idee. Ik geloof wel in de energie die vrijkomt en dat we helemaal “weg zijn”maar in de vorm van energie of verbeelding nog wel eens langskomen. Verbeelding of werkelijkheid, maakt eigenlijk niet uit. Het kan een vorm van kracht geven om te laten zien dat het goed zo. Hoe? Vul maar in, we zullen vast nog geregeld aan elkaar “denken”.

Ik hoop dat een ieder van jullie dan ook bedenkt dat het goed is zo. Mijn gezin, familie en ikzelf hebben  hier inmiddels vrede mee. Je kunt niet het eeuwige leven hebben.
Een vrije dag is pas echt vrij als je er naar hebt uitgekeken. Een weekeinde is pas echt fijn als je ervoor gewerkt hebt en je kijkt zo uit naar een welverdiende vakante, dat je de week ervoor niet meer vooruit te branden bent.

Zo is dat ook met leven. Leven zonder dood kan niet. Het was leuker geweest als dat over dertig jaar zou zijn. Maar helaas, lieverkoekjes zijn er niet. Het is goed zo!

vrijdag 10 januari 2014

gevaar (2)

Nu mijn lichaam mij in de steek laat, ben ik erg afhankelijk van anderen geworden. Dat is voor iedereen erg wennen. Eigenlijk kan ik behalve liggen, zitten en praten niet zoveel meer; De rest moet ik vragen aan gezinsleden en hulptroepen. Ook dat hoort erbij, de laatste loodjes zoijn soms loden pijpen, maar meestal kunnen we er nog om lachen.

Zo ook een korte wandeling naar buiten. Nou ja wandeling, ik in rolstoel, hulptroep duwt, sjouwt en loopt. Dit geeft letterlijk nog wel eens wat hobbels maar dan heb je ook wat. Meestal lopen we door t stadspark een rondje Amersfoort. Heerlijk zo de buitenlucht (plattelandlucht van verder weg lijkt me fijner maar dan moet ik eerst nog een auto in. Liever niet!) Als het niet te druk is nog even de binnenstad bekijken en dan moet ik opletten of de hulptroep het nog redt. “Natuurlijk red ik het”, is het antwoord tussen de zweetdruppeltjes in.


Het eindadres is bijna standaard de gevaarlijke kroeg op de hoek. Hier wordt iedere keer een plekje voor me vrijgemaakt, zonder een enkel probleem. Tevens voel ik mij er, ondanks dat ik vele vragen afroep, daar erg welkom, en de warme chocolademelk met rum en slagroom is erg lekker. (ik kan er niet altijd bier drinken, is inmiddels erg veel.) Als ik de warme chocolade met rum nu om 15.00 bestel of ’s ochtends om half 11, er zal nooit raar gekeken worden. Ik neem mijn woorden over gevaarlijk café helemaal terug. http://koenschellekens.blogspot.com/2013/08/gevaar.html)  Het is nog geen tweede huiskamer geworden, maar wel een zeer welkome afwisseling van de dag. Ik zal er nooit meer een bocht omheen lopen, maar eerst eens even kijken wie er binnen zit.

donderdag 9 januari 2014

kunst

Een van de eerste opdracht die ik kreeg bij mijn opleiding was: Maak een organische vorm, vuistgroot, met daarin een tegenstelling. Een opdracht waar ik weer eens helemaal niet snapte waarom en hoe en voor mij veel te vaag. Is deze opleiding echt wel aan mij besteed? Bedacht ik toe al en heb ik mij nog vaak tijdens het vervolg afgevraagd.
Uiteindelijk  werd er een vorm gekozen (eerst honderdduizend proefjes en schetsen, anders is het proces niet goed) Deze moest uitvergroot worden tot en gipsen beeld van een kleine 50 centimeter.

In het begin mocht je wat ruw werken, dat was aan mij besteed. Gaandeweg moest er natuurlijk verfijnd worden en alles op schaal. Ai, veel te nauwkeurig als je het mij vraagt. Het ding werd afgemaakt, beoordeeld (ik geloof met veel moeite een voldoende) en dan. Veel van mijn klasgenoten gooiden het weg. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. Ik heb dat ding met al mijn verhuizingen meegesleept een het staat nu al jaren in de tuin te verschralen tot het uit elkaar valt. Het is bijzonder dat dat nog niet is gebeurd. Hij lijkt steeds mooier te worden.

Lydia komt plots op het lumineuze idee om hem te laten restaureren. Zwager Ruud kan dat vast goed. En zo geschiedde. Na enkele maanden is het beeld wederom terug, maar nu op een iets prominentere plaats in huis. Superglad en mooi. Ik ben trots op mijn allereerste kunstwerk. Dat je daar na dertig jaar nog zo blij van kan worden. Misschien toch nog een tweede maken en die dan eerst een poos mag verschralen in de tuin, voordat deze echt gewaardeerd wordt?

woensdag 8 januari 2014

onvoldoendepot

Twee jaar later zat ons HAVO groepje, gehalveerd, in 3 HAVO. De andere helft was naar de MAVO vertrokken. Zo schoot het niet op. Hoe konden wij ons motiveren om van dit jaar een goed jaar te maken. 
Ons creatieve brein kwam uit op een onvoldoende pot. Voor iedere onvoldoende zouden we geld in een pot doen, (en geld hadden we niet.) Hoe hoger de onvoldoende hoe beter voor de pot en uiteraard onvoldoendes op het rapport gingen pas echt scoren. “We gaan wel voor een driegangen diner aan het eind van het schooljaar”, dus ons doel was ook gesteld.

Met Erik, Manous, Karen S., Franka en Liesbeth ging ik de strijd aan. Ik was erg in het nadeel, want ik had de tweede overgedaan, zij deden dit jaar voor de tweede keer, maar dat moest voor mij een extra stimulans zijn. Dat ik dyslectie heb en een ADHD er ben, bestond nog niet, gewoon hard werken en kwestie van huiswerk maken, dan haal je het ook.

In het eerste kwartaal weinig er werd opgehaald, daarna werd het feest in de groep. Bij iedere 4 of 5 hoorde je: ”Ha, dat is alvast de mayonaise,” bij lagere cijfers: “ Een frikadelletje erbij.” Lang treuren kon je niet als het mis ging. Inmiddels was zo’n opmerking dodelijk genoeg om de les buiten te vervolgen.

Het werkte uiteindelijk wel. Erik kon volgens mij de helft van alle maaltijden betalen, (koste hem een maandsalaris van de krantenwijk,) ik een kwart en de overige vier ieder een beetje. Het werd een mooie avond, temeer daar we alle zes het jaar hadden gehaald.

Dit smaakte naar meer, die HAVO gaan we pakken, al hebben Liesbeth, Franka en ik later wel een carrièreswitch naar de moeder HAVO moeten maken, om dit te bewerkstellingen.   

dinsdag 7 januari 2014

spijbelen

Ik zou naar school fietsen. Ik had aan school en broertje dood, het was er vooral gezellig. Huiswerk maken deed ik wel, maar achteraf had dat vast beter gekund. Deze dag fietste ik echter richting station. Hier had ik afgesproken met Laurenz, Liesbeth, Franka, Maddie en Otje. De schooltas zat vol met zwemspullen. Gelukkig ze waren er ook!

Wij fietsen op ons dooie gemakje door naar de Biesbosch, want we vonden dat we met dit prachtige weer een vrije dag hadden verdiend. Een eind weg, maar wij hadden de tijd. Op de Biesbosch aangekomen huren we een roeibootje en wij op pad. In mijn herinnering werd het een geweldige en ook wel spannende dag. De eerste keer spijbelen, met 6 personen uit één klas is natuurlijk niet zo handig. Dit valt natuurlijk op, ook omdat wij niet echt de rustigste leerlingen zijn.
Daar zaten we dan op zo’n bootje, zes viertienjarige pubers, de dag door te komen. Roeien, wat we natuurlijk niet goed kunnen, lachen en vervolgens zwemmen. Ik zie nog de preutse blikken van Franka en Liesbeth, toen Laurenz en ik ons uitkleedden en naakt (1977) het water in sprongen. (zwembroek vergeten) Dat deed je vooral niet.

Uiteindelijk  vergaten we de tijd en moesten we ons rot haasten om nog bijtijds thuis te komen. Uiteraard met lekke banden, niet alles gaat goed. We stopten regelmatig op de terugweg; even pauze houden. Ik zie ons nog naast de snelweg staan dansen in onze natte kleding op Boney M – Maker.

Een spijbelpolitie hadden we niet op school. Ik geloof niet dat we gepakt werden en voor mij was dit een begin van een lange carrière spijbelen. Mijn moeder was daar gelukkig ook een beetje onnozel in, “Want spijbelen, dat deden haar kinderen nooit.” Bedankt ma!

maandag 6 januari 2014

drie koningen

“Drie koningen drie koningen
Geef mij een nieuwe hoed
s Moeder mag t nie weten
s Vader heget geld
Al op de toanbank geteld”

Dit lied werd jaarlijks met een groep kinderen op 6 januari ’s avonds langs de deuren gezongen in Noord Brabant. Ook in het dorp Ulvenhout, waar ik opgroeide. Met z’n drieën, uiteraard, probeerde je je snoepmandje te vullen. Stiekem had je natuurlijk liever geld. Het was tevens een einde van de kerstviering, mijn moeder wachtte tot zeven januari met het opruimen van de stal.

In mijn buurt vond een groep ouders dat wij, kinderen, ook wel eens wat voor de medemensen mochten doen, dus werd deze traditie enigszins veranderd. We bleven in groepjes van 3, werden mooi aangekleed, hadden ons lampje en gingen de huizen af. We voegden er één regel aan toe: “Voor De Blauwe Kamer”.

De Blauwe Kamer was een instituut waar, zoals dat nu heet mensen met een verstandelijke beperking wonen. Als wij  koningen ons om 20.00 weer in één van de huiskamers verzamelden, werd al ons opgehaalde geld (en dat was best veel met deze actie) in een pot verzameld en “moesten” we mee naar De Blauwe Kamer, ons lied zingen en het ingezamelde geld brengen. Het was namelijk goed voor onze opvoeding om zelf te zien hoe deze mensen woonden. Nu waren verstandelijk beperkten in de jaren zeventig nog lang niet zo ingeburgerd. We deden dit met flinke tegenzin. Alles wat je daar kreeg/zag was bij voorbaat vies. In herinner me nu nog de jaarlijkse angst, als we weer een waterhoofd zagen of “erger”. De gekregen appels werden stiekem weggemoffeld, besmet vonden wij. “Straks krijg je het ook”. 

I
k denk dat het pedagogische karakter van deze jaarlijkse trip snel verloren ging, de jaarlijkse animo van ons kinderen werd door zo’n bezoek snel minder.  

vrijdag 3 januari 2014

superzakjesplakker

Wat kan je het jaar slecht starten. Hiermee begin ik deze blog meteen met een leugen. Het begon fantastisch met veel liefde en warmte om me heen.Daarna begon wederom de ellende.

Afgelopen maandag, na een eerste hulpavontuur http://koenschellekens.blogspot.com/2013/12/eerste-hulp.html heeft men mij “verlost”dmv een tijdelijke drain. Nieuwjaarsdag begon deze wond te lekken. Zelfs een simpele ziel als ik kon zien dat dit geen wondvocht was, maar meer. Geen enkele dienstdoende huisartsenpost, eerste hulp, en overige diensten wilde de moeite nemen om te komen kijken. Uiteindelijk om 03.00 uur ’s nachts kwam er een arts, na inmiddels zes keer al mijn kleding verschoond te moeten hebben. “Inderdaad het is erger dan wondvocht” waren haar woorden, “maar niet levensbedreigend. Wat nu. Zorgen dat u om 7.45 bij de eerste hulp ben en hopen dat er geen “spoedje” tussen komt.”

Men besluit daar, na veel creativiteit en overleg een soort stomazakje om het wondje te doen (ik zeg nog te klein!!) maar het probleem is verholpen, tenminste als men zorgvuldig handelt. NIET DUS. een nieuw allerlaatste zakje wordt geplaatst (niet meer op voorraad?!?!) Weer niet geheel goed. We snappen het idee, “besteld u maar nieuwe zakjes bij de apotheek”. Wij naar huis. De Amersfoortse apotheken hebben de zakjes niet op voorraad, dus besteld in Amsterdam. Om 16.00 uur komt de huisarts met een nieuwe voorraad. Zij kijkt ernaar, maakt schoon (wat een idee!!) plakt het zakje zeer zorgvuldig en ja hoor, verholpen (ook met extra groot reservoir!!)


Ik begin weer wat vertrouwen te krijgen. HET KAN WEL. Wat had het fijn geweest als men mij eens èn serieus nam èn luisterde naar de hulpvraag. Scheelt een hoop frustratie, energie en meer.
Huisarts Rijk kan niet meer kapot. Zij is een superzakjesplakker! Daarmee doe ik haar ernstig tekort.